afeitarme - infinitivo
afeitándome - gerundio
báñate - imperativo
In het geval van een infinitivo of een gerundio kan het persoonlijk voornaamwoord ook voor het werkwoord worden gezet.
me estoy afeitando
Lientje heeft al een tijdje Spaanse les. Ze is naar Spanje gegaan om nog meer Spaans te leren. Doe je mee?
.
Aangepast zoeken
donderdag 24 juni 2010
maandag 21 juni 2010
Diccionarios
Woordenboek nodig? Kijk even hier.
Todo diccionarios.
Todo diccionarios.
Oraciones condicionales
De oraciones condicionales kun je verdelen in oraciones condicionales reales en oraciones condicionales irreales.
REAL
Als het mogelijk is dat de conditie werkelijkheid wordt.
Si tengo tiempo, te visito.
IRREAL
Als het niet of niet waarschijnlijk is dat de conditie werkelijkheid wordt.
Si tuviera dinero, compraría un coche.
REAL
Als het mogelijk is dat de conditie werkelijkheid wordt.
Si tengo tiempo, te visito.
IRREAL
Als het niet of niet waarschijnlijk is dat de conditie werkelijkheid wordt.
Si tuviera dinero, compraría un coche.
zondag 20 juni 2010
Voltooid verleden tijd van de subjuntivo
De voltooid verleden tijd van de subjuntivo vorm je met het werkwoord "haber".
hubiera
hubieras
hubiera
hubiéramos
hubierais
hubieran
De voltooid verleden tijd van de subjuntivo drukt twijfel over het verleden uit.
Ella dudaba que él hubiera llegado.
hubiera
hubieras
hubiera
hubiéramos
hubierais
hubieran
De voltooid verleden tijd van de subjuntivo drukt twijfel over het verleden uit.
Ella dudaba que él hubiera llegado.
Imperfecto de subjuntivo gebruik
Als in de hoofdzin een wil of een wens in de verleden tijd staat, moet in de bijzin de imperfecto de subjuntivo worden gebruikt.
Mi hijo quiso que le diera un portátil.
Mi hijo quiso que le diera un portátil.
Imperfecto de subjuntivo
De imperfecto de subjuntivo heeft twee vormen die door elkaar gebruikt kunnen worden. De imperfecto de subjuntivo wordt samengesteld door de vorm van "ellos" in de definido, minus -ron.
Bijvoorbeeld: estuvie-ron
estuviera
estuvieras
estuviera
estuviéramos
estuvierais
estuvieran
of:
estuviese
estuvieses
estuviese
estuviésemos
estuvieseis
estuvieran
Bijvoorbeeld: estuvie-ron
estuviera
estuvieras
estuviera
estuviéramos
estuvierais
estuvieran
of:
estuviese
estuvieses
estuviese
estuviésemos
estuvieseis
estuvieran
woensdag 16 juni 2010
Gebruik van de condicional
De condicional drukt ongeveer hetzelfde uit wat wij in het Nederlands met "zouden" uitdrukken.
Yo que tú compraría otro coche.
Als ik jou was zou ik een andere auto kopen.
Yo en tu lugar estudiaría más.
Als is in jouw plaats zou zijn, zou ik meer studeren.
Yo que tú compraría otro coche.
Als ik jou was zou ik een andere auto kopen.
Yo en tu lugar estudiaría más.
Als is in jouw plaats zou zijn, zou ik meer studeren.
maandag 14 juni 2010
Voegwoorden
PERO-MAAR
AUNQUE-HOEWEL
MIENTRAS QUE-TERWIJL
POR ESO-DAAROM
ASÍ QUE-DUS
PORQUE-OMDAT,WANT
COMO-OMDAT,WANT
Como gebruik je aan het begin van een zin.
AUNQUE-HOEWEL
MIENTRAS QUE-TERWIJL
POR ESO-DAAROM
ASÍ QUE-DUS
PORQUE-OMDAT,WANT
COMO-OMDAT,WANT
Como gebruik je aan het begin van een zin.
Zomercursus Spaans leren in Haarlem
Lientje heeft zich op 27 mei voor een zomercursus bij Abanico in Rotterdam ingeschreven. Woon je in de buurt van Amsterdam, dan kan je bij Español Universal ook een zomercursus gaan volgen. Klik op de link om bij de site van Español Universal te komen.
dinsdag 8 juni 2010
Bijvoeglijke bijzinnen
Oraciones de relativo/oraciones adjetivas
Busco una casa que tiene jardín. (Antecedente conocido. Indicativo.)
Busco una casa que tenga jardín. (Antecedente desconocido. Subjuntivo.)
El sustantivo al que se refiere la oración (casa) se llama antecedente.
Busco una casa que tiene jardín. (Antecedente conocido. Indicativo.)
Busco una casa que tenga jardín. (Antecedente desconocido. Subjuntivo.)
El sustantivo al que se refiere la oración (casa) se llama antecedente.
maandag 7 juni 2010
Woordenlijstje economie
La economía - de economie
El dinero - het geld
El rendimiento - de winst
El rico - de rijke
El pobre - de arme
IVA impuesto sobre el valor añadido - de Spaanse BTW
IRPF impuesto sobre la renta de las personas físicas - de Spaanse inkomstenbelasting
La venta - de verkoop
La compra - de inkoop
La empresa - de onderneming
El dinero - het geld
El rendimiento - de winst
El rico - de rijke
El pobre - de arme
IVA impuesto sobre el valor añadido - de Spaanse BTW
IRPF impuesto sobre la renta de las personas físicas - de Spaanse inkomstenbelasting
La venta - de verkoop
La compra - de inkoop
La empresa - de onderneming
Abonneren op:
Posts (Atom)